Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zijt gij gekomen tot de [54]schatkameren der sneeuw, en hebt gij de schatkameren des hagels gezien? 54. God spreekt bij gelijkenis, om zijn grote macht te tonen, waardoor Hij, als het Hem belieft, groten overvloed van sneeuw en hagel kan voortbrengen, alsof Hij grote schatkamers gereed had, waarin Hij de sneeuw en den hagel, tegen dat Hij die gebruiken wilde, weggesloten had.